Navigeren in het recht
Door: Dr. Martin Blaakman, lector Toegankelijkheid van het Recht
Wonen met zorgen
Ze heeft een woonruimte gevonden. Eindelijk. Onderdak, een plek om te slapen na een lange werkdag. Al heeft ze ook zorgen over haar kinderen. Want waar haalt ze het geld vandaan voor eens een uitstapje met haar kinderen? Of zelfs maar de tijd of energie? Ze moet lange dagen werken. Maar het levert niet zoveel op als ze had gewild. Ze zou ook wel eens een pauze willen nemen. En ze maakt zich zorgen over de gezondheid van haar kinderen. In de slaapkamer ruikt het vochtig. Op de muren woekert een schimmelplek. Wat kun je ertegen doen? En het is zo luidruchtig. De muren zijn dun. De buren willen nog wel eens tot laat opblijven en drinken. Hoe bewaar je dan de nachtrust van je kinderen, of van jezelf? En ze is zo moe. Morgen zal ze vroeg wakker worden. Van het gestommel van iedereen in de opvanglocatie. Niet de kinderen wakker maken want de slaapkamer is ook de woonkamer.
Dit had het verhaal kunnen zijn van een ontheemde uit Oekraïne. Maar zij had ook een nieuwkomer kunnen zijn uit het Caribische deel van het Nederlandse Koninkrijk. Met een wat ander verhaal: naar Nederland gekomen voor een opleiding en daarna werk. Met een Nederlands paspoort, maar zonder kennis van de Nederlandse bureaucratie in het Europese deel van dat Koninkrijk, en zonder een sterk sociaal vangnet. En toen het tegenzat en ze dakloos werd, kon ze gelukkig bij een kennis in illegale onderhuur gaan. Maar als je niet op straat leeft, ziet de gemeente je niet als dakloos. Zij had ook een nieuwkomer uit Azië kunnen zijn. Met mooie verhalen had een uitzendbureau haar naar Nederland gehaald. Daar werkt ze nu. Dan heet je een ‘arbeidsmigrant’. Maar je bent al blij dat je een baan hebt zonder in de problemen te komen, dat je een slaapplek kunt huren in een kamer, ook liggen er verder alleen maar mannen; ben je al blij dat je ook die nacht bent doorgekomen terwijl je ze afweerde.
Sociale kwetsbaarheid
Woonruimte is een groot onderwerp in onze samenleving. Dan gaan het vooral om het gebrek aan woningen en de komst van nieuwkomers die van dit gebrek een oorzaak, zo niet de belangrijkste oorzaak, zouden zijn: asielzoekers, statushouders, arbeidsmigranten, expats. Maar dat miskent dat nieuwkomers zich vaak in een sociaal kwetsbare situatie bevinden, waarin hun grondrechten onder druk staan, soms zelfs geschonden worden. Laat ik een voorbeeld geven.
De laatste jaren deed ik met collega’s onderzoek naar de situatie van Oekraïense ontheemden in Nederland. Daarbij viel het me telkens op hoezeer ontheemden uit Oekraïne in veel opzichten trots, zelfredzaam en veerkrachtig zijn. Ze zijn grotendeels goed opgeleid, slagen er in een baan te vinden in een land waarvan ze de taal nog nauwelijks beheersen, en blijven doorgaan, wat het nieuws over hun land en hun familieleden hun ook brengt.
Maar door je te vestigen in een vreemd land kun je in een sociaal kwetsbare positie terecht komen die je in je eigen land misschien niet had. Ons onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat een groot deel van de Oekraïense families onder het bestaansminimum dreigt te vallen of al is gevallen. Het dwingt ze om harde keuzes te maken in hun uitgaven: dan maar geen zwemles of sportactiviteiten voor je kinderen. Het dwingt ze ook om werk te zoeken. En daarin niet kritisch te zijn. Ze vinden vooral werk waarvoor weinig opleidingsvereisten zijn en dat laagbetaald is. Banen in bijvoorbeeld de horeca, industrie, supermarkten, logistiek en de schoonmaaksector. Banen op hun eigen opleidingsniveau blijven voorlopig grotendeels onbereikbaar voor ze. Ze beheersen de Nederlandse taal immers onvoldoende. Ook sluiten hun opleiding en werkervaring niet altijd aan bij de Nederlandse context. In Oekraïne heb je als notaris of advocaat gewerkt, maar hier ken je het Nederlandse recht niet. Noodgedwongen accepteren veel Oekraïners een baan aan de onderkant van de Nederlandse arbeidsmarkt, waar ook arbeidsmigranten uit Midden- Oost-Europa werken. Oekraïners krijgen leefgeld als ze niet werken, maar dat is meestal nog minder dan wat ze in deze banen kunnen werken.
Ons onderzoek, maar ook dat van anderen, doet daarnaast vermoeden dat ontheemden uit Oekraïne met mentale gezondheidsproblemen kampen, stress opbouwen van hun verblijf in een opvanglocatie die niet bedoeld is als langdurige huisvesting, en problemen ervaren met het vinden van gezond en goedbetaald werk. Al blijven de aantallen moeilijk in te schatten, ik denk dat voor sommige Oekraïners Nederland niet langer meer een veilige thuishaven is, maar een plek is geworden waar zij overleven.
Intussen verblijven zij al vele jaren in een opvanglocatie – vaak voormalige kantoorruimtes, soms een schip, soms een oude kerk – die niet bedoeld en niet geschikt is voor langdurig verblijf, die overvol zit, dunne muren heeft, geen eigen keuken biedt. De opvang – kortom – is een plek waar ze niet tot rust kunnen komen.
De weg naar het recht
De woonruimte waar je verblijft kan een teken zijn van een gebrekkige toegang tot het rechtssysteem. Dat zien we juist bij mensen in een sociaal kwetsbare situatie: zowel nieuwkomers als Nederlanders. Heb je een slechte woonruimte, dan heb je ook grotere kans op ander soort problemen, bijvoorbeeld een slechte gezondheid, te weinig inkomen, problemen met je werkgever, of zelfs helemaal geen werk meer (en dan soms ook geen woonruimte meer, zoals we bij arbeidsmigranten zien gebeuren). In veel gevallen heb je dan baat bij het vinden van een juridische oplossing. Dat kan een klacht bij een huurcommissie zijn, een gang naar de rechter, maar ook simpelweg het aanvragen van een vorm van inkomensondersteuning, zoals kinderbijslag of huurtoeslag.
Maar voor mensen in een sociaal kwetsbare situatie is dat juist de uitdaging: in het Nederlandse rechtssysteem je weg weten te vinden naar je recht. Als je in je woning last hebt van schimmel op de muren, met gezondheidsklachten tot gevolg, weet je dan dat er een huurcommissie bestaat, of waar je die kunt vinden? Of zie je ervan af omdat je bang bent dat je huurbaas je eruit gooit?
Opnieuw het voorbeeld van ontheemden uit Oekraïne. Ons onderzoek doet bij sommige Oekraïners juridische problemen vermoeden: contracten die ontbreken, ongezonde werkomstandigheden, loon dat niet volledig uitbetaald wordt, loon dat mogelijk lager ligt dan het wettelijk minimumloon. En daarnaast natuurlijk de problemen die zij in hun opvanglocaties ervaren.
Tegelijk geven Oekraïners in ons onderzoek aan dat ze niet heel goed weten hoe ze bijvoorbeeld rechtshulp of een advocaat kunnen vinden. Voor een deel liggen de verklaringen voor de hand. Veel Oekraïners beheersen het Nederlands nog niet voldoende. Ook verschilt het Nederlandse rechtssysteem van het Oekraïense. Dat merkte ik in de samenwerking met Oekraïners, ook zelf ontheemden, die bij ons onderzoeken hielpen. Ik vertelde ze dat onze hogeschool een zogenaamde ‘rechtswinkel’ heeft, een leerplek voor onze studenten. Vervolgens moest ik uitleggen wat dat betekent: laagdrempelige, gratis rechtshulp die bestaat uit advies, uitleg, soms hulp bij het invullen van formulieren. Het bleek dat in Oekraïne rechtswinkels niet bestaan. Hoe kom je dan op het idee om ernaar te zoeken? Vervolgens nam ik mijn Oekraïense collega’s mee naar de rechtswinkel: daar grepen ze de kans meteen aan om in gesprek te gaan en hun vragen voor te leggen!
Ook buiten ons onderzoek zie ik signalen dat Oekraïners de weg naar het recht niet zoeken of kunnen vinden. De afgelopen jaren heb ik regelmatig rondgevraagd bij gemeenten, rechtswinkels, ombudsinstanties: ‘En, ontvangen jullie klachten, bezwaarschriften, vragen van ontheemde Oekraïners?’ Maar lange tijd bleef het hier stil. Wel zag ik intussen de zorgen over Oekraïners opduiken bij de Arbeidsinspectie en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Dit jaar zag ik voor het eerst dat Oekraïners ook de Nationale ombudsman hebben gevonden, niet met klachten over werk, maar over de kwaliteit van hun woonruimte. De Nationale ombudsman concludeert: bewoners van de opvanglocaties ‘weten de weg naar de formele klachtbehandeling niet te vinden’ (brief d.d. 18 april 2025 aan gemeenten).
Mijn vraag bij deze signalen is: is dit het? Of nog slechts het topje van de ijsberg? Ik vermoed het laatste. Wat voor sociaal kwetsbare Oekraïners geldt, geldt net zo goed voor sociaal kwetsbare arbeidsmigranten en Nederlanders: als je bezig bent met overleven, zul je niet snel de weg naar het recht zoeken.
Het voorbeeld van ontheemden uit Oekraïne laat zien dat sociale kwetsbaarheid en gebrekkige toegang tot het recht een vicieuze cirkel vormen. Het rechtssysteem geeft toegang tot meer sociale rechtvaardigheid. Maar het gebrek aan toegang tot het rechtssysteem is juist ook een hindernis voor toegang tot het rechtssysteem. Wie sociaal kwetsbaar zijn, hebben juist minder goede toegang tot het rechtssysteem en maken daarmee minder kans op een verbetering van hun sociaal-economische situatie. Dat kan voor nieuwkomers gelden, maar net zo goed voor Nederlanders.
Navigeren in het recht: institutionele zelfredzaamheid
Mensgerichte recht en praktijk is de noodzakelijke schakel tussen sociale kwetsbaarheid en het realiseren van grondrechten. Dat begint bij toegang tot het rechtssysteem. Want grondrechten hebben betekent dat je er aanspraak op mag maken. En, wat mij betreft, dat je daarbij recht hebt op ondersteuning. Maar tussen aanspraak maken op je rechten en je rechten verkrijgen ligt een lange weg.
Het realiseren van mensgerichte recht en praktijk is dan ook taai. In hun blogs voor ons platform doen mijn collega’s al suggesties voor verschillende oplossingen. Mijn pleidooi zou zijn dat we Nederlanders en nieuwkomers versterken in hun institutionele zelfredzaamheid: hun vermogen om samen met anderen te navigeren in de rechtsstructuren van Nederland. Dat gaat erover hen bekend én vertrouwd te maken met wat er in Nederland aan rechtsinstanties en rechtshulp bestaat. Maar het gaat net zo goed over het effectief ondersteunen waar zij rechtshulp dringend nodig hebben, maar die niet kunnen of willen vragen.
Versterken van die institutionele zelfredzaamheid kan soms eenvoudig zijn. In het geval van nieuwkomers: ondersteun ze allereerst bij het goed leren van de Nederlandse taal. Dan zal blijken dat veel nieuwkomers vervolgens zelfstandig, zonder verdere hulp, hun weg naar het recht weten te vinden. Veel Oekraïners bijvoorbeeld, zo blijkt uit bijvoorbeeld onderzoek van WODC, hebben juist vooral de wens om de Nederlandse taal te leren, zeker nu hun verblijf langer duurt dan ze zelf hadden verwacht.
Tegelijk vergt het versterken van institutionele zelfredzaamheid een integrale benadering. Het hele plaatje moet kloppen: van het aanbieden van rechtshulp op de juiste plekken, op de juiste manier, tot aan wet- en regelgeving die daarop aansluit. Worden arbeidsmigranten minder sociaal kwetsbaar als ze van hun werkgevers huisvesting aangeboden krijgen (waarvoor werkgevers maximaal 25% van het minimumloon in rekening mogen brengen). Of maakt het ze juist kwetsbaarder? Het meest schrijnende voorbeeld zijn misschien de nieuwkomers die een baan hadden, ontslagen werden, dakloos werden en tenslotte illegaal verblijven. Ook zij hebben nog steeds rechten, bijvoorbeeld om niet uitgebuit of verhandeld te worden, op medische zorg en zelfs ook op opvang. Dan helpt het niet als illegaal verblijf strafbaar wordt gesteld. Dan hebben zij dringend rechtshulp nodig, maar zullen zij die niet vragen.
Wie je ook bent, waar je ook verblijft – in een schimmelende huurwoning, een oud kantoorpand, een tent in een stadspark –, of dit verblijf legaal is of niet, je hebt recht op je grondrechten en de bescherming daarvan. Mensgerichte benadering in recht en praktijk kan, en moet, eraan bijdragen dat ook mensen in sociaal kwetsbare situaties hun weg naar dat recht vinden. Als onderzoekers verbonden aan dit platform zoeken en onderzoeken wij oplossingen voor dat complexe vraagstuk.

